Fosfaatrechten o.b.v. werkelijke melkproductie
Op de website van RVO, bij de veel gestelde vragen fosfaatrechten, valt te lezen dat bij de bepaling van de melkproductie RVO uitgaat van de melk die op het bedrijf wordt geproduceerd. Bij het vaststellen van het aantal fosfaatrechten heeft een aantal melkveehouders aangegeven meer melk te produceren. En hebben ook extra fosfaatrechten toegewezen gekregen.
Bij het vaststellen van het aantal benodigde fosfaatrechten voor 2020 zal de totale melkproductie gebruikt moeten worden, dit is incl. niet aan fabriek geleverde melk. Een hogere melkproductieklasse zorgt voor meer benodigde fosfaatrechten.
Volgens RVO gaat het hierbij bijvoorbeeld om:
– melk die aan het zuivelbedrijf wordt geleverd
– melk voor de kalveren
– antibioticamelk
– melk voor eigen gebruik/zelf verwerkt
– melk die wordt verkocht (bijv. aan particulieren)
Veel veehouders maken gebruik van de fosfaatplanner van CRV, de Fosfaatplanner houdt geen rekening met bovengenoemde niet geleverde melk. De verwachte jaarproductie zal dus verhoogd moeten worden met niet geleverde melk. Wanneer dit resulteert in een hogere melkproductieklasse kan het zijn dat er extra fosfaatrechten verworven moeten worden.
Ook in het bemestingsplan zal rekening gehouden moeten worden met deze ‘niet geleverde liters’.