Vanggewassen na Maïs

Vanggewassen worden ingezet om de stikstof die zich in de bodem bevind te binden gedurende de wintermaanden. Hierdoor spoelt de stikstof niet uit. Na de teelt van maïs op zand- en lössgronden is het inzaaien van een vanggewas verplicht gesteld door de overheid. Voor deze verplichting zijn de volgende gewassen toegestaan:

  • Bladkool
  • Bladrammenas
  • Gras
  • Japanse Haver
  • Triticale
  • Wintergerst
  • Winterrogge
  • Wintertarwe

 

 

Vanggewassen voor vergroeningseisen

In het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB) is het verplicht om een deel van het areaal landbouwgrond aan te wijzen als Ecologisch Aandachtsgebied (EA)*. Het doel hiervan is om de biodiversiteit te versterken en draagvlak te creëren voor de te ontvangen landbouwsubsidies.

Echter zijn er een aantal voorwaarden gesteld aan de vanggewassen die gezaaid worden. Zo moet er een mengsel van minimaal 2 soorten gezaaid worden.

 *Bedrijven met minimaal 80% grasland en minder dan 30 hectare bouwland zijn vrijgesteld van deze eis.

 

 

Vanggewassen na een hoofdteelt

Voor het inzaaien van vanggewassen na een hoofdteelt is een lijst opgesteld van toegestane soorten. Van deze soorten moet een mengsel van minimaal 2 soorten gezaaid worden.

De lijst vind u hier! Toegestane vanggewassen Algemene lijst

 

Er is geen voorwaarde aan hoe de verhouding van het mengsel is. Ook is het toegestaan om zelf een mengsel te maken. In alle gevallen moet u zich bedenken dat u bij eventuele controle aannemelijk moet kunnen maken dat u heeft voldaan aan de voorwaarden. Het is dus niet verstandig om een mengsel te zaaien waarbij het vrijwel duidelijk is dat er een (te) kleine kans van slagen is. Verder is het verplicht om de labels van de vanggewassen 5 jaar in eigen administratie te bewaren.